Verhalen van: Hannah Wo

Onderwijsassistente

Mijn naam is Hannah, ik ben vierdejaars studente CAOS en ik heb de afgelopen twee jaar als onderwijsassistente gewerkt voor het vak Culture, Development & Globalization. Het bestuur van Umoja heeft me uitgenodigd mijn ervaringen hieromtrent met jullie te delen, dus here we go. Ik werd in 2015 door Tine Davids en Joost Beuving gevraagd of het mij leuk leek hun assistente te worden…natuurlijk zei ik ja! Aangezien ik zelf ook het vak had gevolgd, dacht ik ongeveer te weten wat mij te wachten stond. Uiteindelijk was de baan echter uitdagender, interessanter en intensiever dan ik had verwacht.

Culture, Development & Globalization was in mijn ogen een belangrijk vak, omdat het gericht was op sociale theorie (bestaat niet meer vanwege onderwijsvernieuwing). Het ging om elementaire onderwerpen zoals wetenschapsgeschiedenis, machtsrelaties en internationale sociaaleconomische verhoudingen. Er zijn volgens mij weinig dingen fantastischer aan studeren dan het lezen van een goed, inspirerend artikel en het daaropvolgende Aha-Moment als theorie en praktijk ‘versmelten’. Deze combinatie van theorie en praktijk is in mijn ogen precies de kracht van de antropologie en (kwalitatieve) sociologie. Ineens valt alles samen of zo voelt het tenminste heel even. Ik vond het uitdagend om te proberen dit proces bij studenten op gang te brengen!

Over studenten gesproken: het was heel interessant om de verhoudingen tussen internationale en Nederlandse studenten te analyseren. Ik observeerde dat internationale studenten óf totale slackers, óf super ambitieus zijn terwijl Nederlandse studenten meestal braver en meer schools optreden. Behalve dan weer de premasters waarvan 99% net zo ambitieus is als sommige internationale studenten. De samenwerking lukte daardoor niet altijd even goed en zo werd het groepswerk een soort antropologisch mini laboratorium. De liminale rol waarin ik zelf als assistente terechtkwam vond ik trouwens ook niet altijd even makkelijk, aangezien ik toen nog BA studente was, net als de studenten die het vak volgden. Ik kon dus vaak de klachten van studenten even goed begrijpen als de positie van de docenten. Dit werd me vooral duidelijk als het om formele dingen ging zoals de style guide bijvoorbeeld. Als studente dacht ik ‘joh, zal wel goedkomen’, maar als assistente moest ik natuurlijk een fatsoenlijk antwoord geven op gerelateerde vragen. Ik kwam erachter dat zowel docenten alsook studenten op dit gebied een beetje een spelletje spelen waarbij niemand 100% eerlijk durft te zijn.

Werken als onderwijs assistente heeft me bovendien de kans gegeven om een kijkje achter de schermen van de universiteit te nemen. Dat is iets waar ik heel dankbaar voor ben, omdat het de universiteit als institutie volledig entzaubert heeft. Dit betekent niet dat ik mijn respect voor het personeel op de universiteit kwijtgeraakt ben. Juist het tegenovergestelde is waar: ik denk dat men een heel sterk karakter nodig heeft om in zo een sombere omgeving te overleven. Als studente was ik me daar niet zo bewust van, maar inmiddels herken ik overal de tekenen van verval/verandering van het hoger onderwijs. In mijn ogen lijkt het op een dysfunctionele relatie – when it’s good, it’s really good and when it’s bad, it potentially destroys you. Ik besefte dat ik in eerste instantie geïnteresseerd ben in kennis, inzichten en discussies. Het neoliberale circus daaromheen neem ik waar als onnodig en storend.

Om met een lichtere opmerking af te sluiten: ik heb het werk desondanks met veel plezier gedaan. Dit had ook sterk met het contact met studenten en docenten te maken. Ik heb veel van iedereen geleerd! Ik merkte bijvoorbeeld dat ik toen inhoudelijk gezien vaak over onderwerpen als cultural appropriation en authenticiteit nadacht. Als ik vanuit mijn huidige positie op de afgelopen twee jaar terugkijk wordt mij duidelijk hoe sterk mijn gedachtenproces door het werk bij CDG beïnvloed werd. Dit heeft aan de ene kant met de artikelen te maken die we bespraken en lazen, maar ook met de inspirerende werkstukken van studenten. Ik ben er beter in geworden om maatschappelijke verschijnselen vanuit verschillende perspectieven te analyseren en te beargumenteren. Ik heb geleerd hoe belangrijk het is om kritisch te blijven – ook ten opzichte van diegenen die zichzelf als critici presenteren.