TAO: En Daarnaast – Seablue Dah

Door: Laura Bosch

In de rubriek ‘En Daarnaast’ laten we medestudenten aan het woord over bijzondere hobby’s, vreemde gebeurtenissen en interessante verhalen. Want gelukkig hebben we, naast onze Academische bezigheden, meer te beleven.

Deze keer laten we beginnend student Seablue Dah aan het woord. Zij is 19 jaar oud en woont op dit moment met haar ouders en oudere zus in Oss. Seablue en haar familie hebben niet altijd in Nederland gewoond. Dit is haar verhaal.

Gevlucht

Mijn familie en ik behoren tot het volk Karen. Karen is een volk in o.a. Myanmar met eigen cultuur, tradities en gewoontes. Zoals veel andere etnische minderheden in Myanmar, wordt ook de Karen al eeuwenlang achtergesteld. Toen de Britten na de tweede wereldoorlog Myanmar verlieten, streefden veel van deze minderheden naar autonomie, maar dit wilden de militairen die destijds aan de macht kwamen in Myanmar voorkomen en zo ontstond er een burgeroorlog. De Karen kwamen hiertegen in opstand wat als gevolg had dat zij werden vervolgd en velen uit Myanmar wegvluchtten.

Mijn ouders leerden elkaar in een gebied waar de oorlog plaatsvond kennen en waren op gegeven moment genoodzaakt te vluchten naar een vluchtelingenkamp in Thailand. Ikzelf heb het vluchten niet meegemaakt, en ben in het Thaise kamp geboren. De omstandigheden hier waren zwaar, maar het was de enige wereld die ik kende. Mensen wonen er dicht op elkaar in zelfgemaakte bamboehutten met een dak van stevig plastic. Er zijn een paar uitgangen met Thaise militairen die controleren wie er in en uit gaan. Afhankelijk van het aantal donaties wordt er maandelijks voedsel uitgedeeld. Wij mochten twee keer per dag water halen bij een gedeelde waterkraan die dan een half uur open ging en waste onszelf en onze kleding in een rivier.

Omdat ik vier oudere zussen heb, hadden mijn ouders genoeg hulp in huis, waardoor ik als jongste veel tijd had om na schooltijd veel buiten te spelen. Soms mocht ik groentes van mijn moeders moestuintje verkopen om hier snoep van te kunnen kopen.

Eigenlijk heb ik hele mooie herinneringen uit mijn kindertijd en besefte ik mij pas hoe erg de situatie en omstandigheden waren toen we in 2016 een aantal uur het kamp binnen mochten. Het was fijn om iedereen weer te zien, maar het was zwaar het kamp weer te moeten verlaten. Mensen daar zitten soms tientallen jaren vast, terwijl ik veel leuke dingen kan ondernemen en genoeg kansen heb om iets van mijn leven te kunnen maken.

In Nederland

Na 11 jaar in het kamp was de hoop om terug te kunnen keren naar Myanmar verdwenen, dus besloten mijn ouders op uitnodiging van Nederland hier te komen wonen.

In Nederland aangekomen was ik vooral erg geschokt hoe vrij kinderen met hun leraren omgingen. In Thailand sprak alleen de leraar, hier mag je waarom vragen stellen en je eigen mening geven. Ook het weer hier is heel anders. Mijn zussen en ik hebben erg lang naar buiten gestaard toen we voor het eerst sneeuw zagen. Dat was raar, maar ook heel bijzonder. Ook al woon ik hier nu al een tijd, het koude weer hier in Nederland is iets waar ik waarschijnlijk nooit aan zal kunnen wennen.

Inmiddels wonen we alweer tien jaar in Nederland, heb ik mijn draai gevonden en onderneem ik veel met vrienden en familie. Het belangrijkste is dat ik mij hier veilig voel en een toekomst voor ogen heb. Mijn familie en de meeste Karen in Nederland zijn christen, dus hebben we besloten om eens per maand bij elkaar te komen om samen een kerkdienst te houden. De kinderen leren de taal en de jongeren zingen liederen. Ook rond oud en nieuw komen we met z’n allen samen om feest te vieren.

WhatsApp Image 2018-10-26 at 10.32.49.jpeg

Identiteit

Het is voor mij moeilijk als mensen vragen waar ik vandaan kom. In Thailand ben ik geboren en opgegroeid, wat zorgt dat ik mij een soort van verbonden voel met dit land, maar het enige wat ik daar ken is het kamp. Hoe Thaise mensen buiten het kamp leven weet ik niet. Tot twee jaar geleden was ik nog nooit in Myanmar geweest, dus vind ik het ook raar om te zeggen dat ik daar vandaan kom. Als ik daar samen ben met mijn familie voel ik mij daar enigszins thuis, net als ik dat in Nederland met mijn vrienden heb. Ik voel mij vooral Karen, want ik kan de taal vloeiend spreken en ben opgegroeid met de normen en waarden die bij deze groep horen. Maar we hebben geen eigen land en er zijn maar weinig mensen die dit volk kennen. Ook daardoor kan ik mijzelf moeilijk ergens plaatsen.

Gedoopt

Toen ik in 2016 Myanmar voor het eerst bezocht heb ik mij laten dopen in een rivier bij het dorp van mijn moeder. Mijn overgrootvader en zijn gezin kwamen als eerste christelijke gezin in dit dorp wonen en stichtte daar een kerk. Op dit moment is het overgrote deel van de bewoners christen. Ik wilde mij daar laten dopen om op deze manier toch een soort van bij de kerkelijke gemeente van mijn overgrootvader te horen. Geloof is voor mij persoonlijk heel belangrijk, het geeft me een soort van rust en het gevoel dat het uiteindelijk allemaal wel goed komt. Het belangrijkste is dat ik het gevoel heb dat er altijd iemand is bij wie ik terecht kan wanneer het leven tegenvalt en dat er meer is dan alleen toeval.

Myanmar nu

De families van mijn ouders wonen grotendeels nog in Myanmar. De familie van mijn moeder spreek ik regelmatig, mijn vaders familie ga ik begin volgend jaar voor het eerst ontmoeten. Beide families wonen buiten de oorlogsgebieden en hebben het relatief goed.

In 2012 is er een wapenstilstand getekend tussen de Karen en de Myanmarezen. Sindsdien zijn er geen grote confrontaties meer geweest tussen deze groepen, maar we horen nu nog steeds van mensen die moeten vluchten voor de Myanmarese militairen. Je zult dit in de internationale media niet snel tegenkomen, omdat er maar weinig contact is met het buitenland. Er is nu wel een nieuwe regering die hoop op vrede beloofden, maar zoals je aan de situatie van de Rohingya wel kunt zien, is er nog steeds geen vrede in het land.

 

CAOS

Verschillende culturen hebben mij altijd al geïnteresseerd. Het is interessant om te weten waarom mensen zich op een bepaalde manier gedragen. Hoe mensen van mijn eigen afkomst met elkaar omgaan en hoe mensen in Nederland met elkaar omgaan is heel anders. Met deze studie hoop ik mijn blik op de wereld te kunnen verbreden en verschillende samenlevingen beter te gaan begrijpen. Wat ik hier later mee wil gaan doen weet ik nog niet precies. In het gebied waar ik vandaan kom is nog veel te doen en wat ik zeker weet is dat ik mensen wil gaan helpen, dus misschien wel daar. We zullen zien wat de toekomst brengt.

Dit artikel is onderdeel van het Tijdschrift Antropologie en Ontwikkelingsstudies (TAO). Vanuit de redactie van de TAO wordt wekelijks een artikel geplaatst op www.umoja.nu/nieuws. Voor verdere informatie kunt u contact met ze opnemen via de Facebookpagina: www.facebook.com/TAOumoja